"Stel je voor"
Stel je voor er is geen hemel
Het is gemakkelijk als u probeert
Geen hel onder ons
Boven ons alleen lucht
Stel je voor alle mensen
Wonen voor vandaag ...
Stel je voor dat er geen landen
Het is niet moeilijk om te doen
Niets te doden of te sterven
En ook zonder religie
Stel je voor alle mensen
Het leven het leven in vrede ...
Je zou kunnen zeggen dat ik een dromer
Maar ik ben niet de enige
Ik hoop dat op een dag zul je met ons mee
En de wereld zal zijn als een
Stel je geen bezittingen
Ik vraag me af als je kunt
Geen behoefte aan hebzucht of honger
Een broederschap van de mensheid
Stel je voor alle mensen
Het delen van de hele wereld ...
Je zou kunnen zeggen dat ik een dromer
Maar ik ben niet de enige
Ik hoop dat op een dag zul je met ons mee
En de wereld zal als een leven
UNITED NATIONS WORLD HEALTH
ORGANISATIE SUPERIOR COURT
ZITTEN IN
ELKE of minderwaardig HOF IN DE WERELD
HOREN
TUSSEN: WADJULARBINNA NULYRIMMA
EN: Anglicaanse Kerk WESTMINISTER
EN: OOST-ORTHODOXE KERK ISTANBUL
EN: protestantse kerken 33000
EN: Rooms-Katholieke Kerk ROME
HEILIGE BIJBEL
King James versie
2 Kronieken 6:36
'' Als mensen SIN TEGEN U - EN ER IS NIEMAND DIE GEEN ZONDE - EN IN UW woede die je laten hun vijanden te verslaan HEN EEN BRENG ZE ALS GEVANGENEN ENIG ANDER LAND, ZELFS ALS DAT LAND is ver weg, LUISTER NAAR UW MENSEN GEBEDEN. ALS ER IN DIT LAND zij berouw en bid tot U, belijdende hoe zondig EN SLECHT ZE ZIJN, HOOR hun gebeden, o HEERE. WANNEER IN DIT LAND ZE ECHT EN oprecht bekeren en bid tot u als ze gezicht naar DIT LAND WAARIN JE GEVEN onze voorouders, deze stad, die gij verkoren, EN DIT tempel die ik voor je HAVEW GEBOUWD, dan luisteren naar hun gebeden. IN UW HUIS IN HEAVEN HEN HOREN EN ZIJN hen genadig en vergeef alle zonden van Uw volk.''
OP de 20e van september 2013, ik WADJARLABINNA NULYARIMMA, GUNGALIDDA OUDSTE VAN DE BUSH IN EEN GEBIED DAT IS DUMMULLI, BULLOOROOWURRA EN DOOMBURRA later bekend als WENTWORTH STATION THEN WESTMORELAND STATION PAARD EILAND EN ACHT MILE, HIERBIJ WORDT beëdigde TE EDE EN BEVESTIGEN EN ZEG HET VOLGENDE: -
1. Het Gemenebest Australië, STATEN, GEBIEDEN EN SHIRES doodden DUMMULLI, BULLOOROOWURRA EN DOOMBURRA MANNEN VOOR vrouwen verkrachtten, ontvoering KINDEREN EN u ze in de christelijke missionaris CONCENTRATIEKAMP BEKEND ALS Doomadgee ABORIGINAL GEMEENSCHAP.
2. Het Gemenebest Australië, STATEN, GEBIEDEN EN SHIRES BESTELD KERKEN, kolonisten en POLITIE AAN DE pauselijke bul van 1155 AND 1455 EN DUIDELIJK LAND OP HET BEGRIP TERRA Nullius gaan verkennen LEASING ONS LAND NAAR MENSEN EN EN BEDRIJF DIE KAN LIVESTOCK GRAZE OF LATER VINDEN goud, diamanten, zink, koper en uranium. DE KERK SPREAD CHRISTENDOM VIA CHRISTELIJKE BROEDERS EN ANDERE DENOMINATIES.
3. Het Gemenebest Australië, STATEN, GEBIEDEN EN SHIRES ZIJN ALS HET GEVOLG VAN BEWIJS VAN ÉÉN DING WORDT GEBRUIKT OM EEN ANDERE BEROEPEN. IE. Pauselijke bul 1155 AND 1455 Uitlokking, AANMOEDIGEN, medeplichtigheid aan genocide van Ierse en ABORIGINAL plegen als Interpol of de Verenigde Naties,'' ZIJN ALS WISE zoals de slang en onschadelijk ALS DE DOVE'' MATTHEW 10:16 OP TERUGKEER IERSE EN AUSTRALIAN LAND , - opbrengsten van misdrijven, te compenseren en het verzamelen HUUR BIJ IERSE EN ABORIGINAL wier land worden bezet door pauselijke bul 1155 AND 1455 INVADERS TOT ROME EN WESTMINISTER liquidatie.
4. Het Gemenebest Australië, opgehitst EN aangemoedigd en geholpen en bijgestaan ANDEREN AAN MIJN BASIS DOCUMENTEN VOOR MENSENRECHTEN IN STRIJD door het gooien van een brandbom BIJ MIJN KANTOOR IN DE ABORIGINAL AMBASSADE zoals ik had net getekend EEN HOGE HOF VAN AUSTRALIË verklaring EN WRIT.
5. Het Gemenebest Australië ahve VERZEKERD MIJN rechten worden geschonden en MIJN LEVEN IS IN GEVAAR EN IK uitgeprocedeerde nationale rechtsmiddelen voor het aanvragen van politiek asiel VANAF 450 diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen OF GEPLAATST ROND AUSTRALIË DOOR TE BEPALEN DEZE.
6. Het Gemenebest Australië, DE STATEN van New South Wales, Victoria, West-Australië, Queensland, Zuid-Australië, Tasmanië, Noordelijk Territorium, Australian Capital Territory EN 659 SHIRES overtreden DE SPIRITUELE Songlines BU CROSSING INDIGENOUS GRENZEN MET DIE EERST GRENZEN.
7. Het Gemenebest Australië, DE STATEN van New South Wales, Victoria, West-Australië, Queensland, Zuid-Australië, Tasmanië, Noordelijk Territorium, Australian Capital Territory EN 659 SHIRES HEBBEN verduisterd HET GEBRUIK VAN TOTEMS VAN MEER DAN 500 ABORIGINAL Naties, die nog moeten worden ERKEND ALS LID-STATEN VAN DE VERENIGDE NATIES ALGEMENE VERGADERING.
8. DE 500 ABORIGINAL NATIES, ZOALS HET HOF VAN CHIVALRY, ZOU NOOIT LATEN verduistering van TOTEMS OF SYMBOLEN VAN ANDERE VOLKEN ZONDER EERST DOOR DE 500 ABORIGINAL NATIONS OF HET HOF VAN CHIVALRY WORDT GOEDGEKEURD. Gebeurt dat toch DE 500 ABORIGINAL Naties of HOF VAN CHIVALRY ZOU LATEN VERWIJDEREN. KEVIN BUZZACOTT VERWIJDERD WAPENSCHILD dus het zou HIGH COURT EXHIBIT BE.
9.Het GEBRUIK VAN WADUL (KANGAROO) EN JUDABOO (EMU) OP HET WAPENSCHILD RECHTSTREEKSE DIEFSTAL UIT Inheemse volkeren DOOR het Gemenebest Australië WAS EN IS VERLATEN een gapend gat in ons geestelijk SYSTEM SINDS LICENTIE. DE SBORIGINAL TENT AMBASSADE 30TH ANNIVERSARY WAS TOEN OUDERE KEVIN BUZZACOTT HET WAPENSCHILD VAN OUD HUIS VAN HET PARLEMENT IN PROTEST.
10. Gewapend met nationale trots, een permanent comite voor juridische en constitutionele ZAKEN VAN HET GEMENEBEST HUIS VAN VERTEGENWOORDIGERS ONDERZOEK NAAR GEBRUIK VAN HET WAPENSCHILD EENS DE JURIDISCHE POSITIE VAN AUSTRALIË'S AMORIAL LAGER IS ONZEKER. Een Gemenebest Australië WAPENSCHILD ONDERZOEK.
11. ALS DE PAUS EN KONINGIN ZIJN UITGEGEVEN EXCUSES AAN IERSE en inheemse mensen getroffen door pauselijke bullen EN OPTREDEN VAN KATHOLIEKE EN ANGLICAN Churchs, MOET Interpol EN VERENIGDE NATIES ZORGEN 370 MILJOEN Inheemse volkeren hebben LAND - OPBRENGST VAN MISDAAD TERUGGEZONDEN, een redelijke vergoeding EN HUUR PER OCCUPIERS / INVADERS TOT ROME EN WESTMINISTER liquidatie. LEES DE VREDE Verdrag van Versailles, Atlantisch Handvest EN VERENIGDE NATIES WETTEN.
12. JEZUS SIAD OM CHRISTENEN,'' in de gehele wereld gaan prediken het Evangelie.'' MARK 16:15 JEZUS ZEI NOOIT GEBRUIKEN pauselijke bullen, DIVIDE KATHOLIEKE KERK binnen te vallen, foltering, verkrachting, moord, ontvoering, GIF, opsluiten OR genadeloos KILL . JEZUS OOK NOOIT SKED VOOR NATIES OM NAAR EEN EXTENTTO ZORGEN MENSEN VAN ALLE DE WERELD wordt ontzegd TECHNOLOGIE DIE KUNNEN WORDEN TOT 370 MILJOEN INHEEMSEN DIE IN het Gemenebest Australië WORDEN continu gearresteerd in Doomadgee en naar de gevangenis om niet te stemmen IN INVADERS EINDELOOS VERKIEZINGEN ASSIMILIATE .
13. DE KATHOLIEKE EN Anglicaanse kerk eraan medeplichtig COMMONWEALTH, STATEN, GEBIEDEN EN SHIRES IN STRIJD MET DE RECHTEN VAN INHEEMSE VOLKEREN EN DUS MOETEN HUN VOLLE WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VERZEKEREN.
14. Opperrechter TERRENCE HIGGINS GEVONDEN RV BALJUW 2011 AUSTRALIAN GRONDWET ACT (UK) is ingetrokken en DUS NIET MEER GELDIG IN AUSTRALIË. ELKE kolonie in de wereld heeft een ongeldig GRONDWET sinds het Verdrag van Versailles en het Atlantisch Handvest.
15. HTTP :/ / WWW.VATICANHOLYSEEAPOSTOLICNUNCIATURE.BLOGSPOT.COM
BIEDT ONDERSTEUNING VAN HISTORISCHE BEWIJS INCLUSIEF pauselijke bul 1155, 1435, 1455, 1493.
SWORN VOOR ME
ALEXANDER MARCEL ANDRE SEBASTIAN BARKER BALJUW
GETEKEND
WADJULARBINNA NULYRIMMA
GROOTSTE ABORIGINAL OUDERE
AUSTRALIAN OCEANIA
DE WIJSHEID VAN EEN OUDERE aborignal WHO MADE VOLKERENMOORD PRECEDENT IN AUSTRALIË MOET INSPIRE 370 MILJOEN INHEEMSEN.
Intellectualiseren je verdriet, REACTIE formiate UW trauma en project waar je energie in 370 MILJOEN INHEEMSE VOLKEN PAGINA'S.
Als Australië is 0,9 VAN 1% VAN DE WERELDEN KATHOLIEKE BEVOLKING EN IK KREEG PAUS verontschuldiging aan CHINA IN 30 DAGEN EN OCEANIE IN 60 DAGEN,
EN VERENIGDE NATIES VERBOND VOOR RECHTEN VAN 370 MILJOEN INHEEMSEN ZORGEN ONCE Ik GOOGLE vertalen naar 72 TALEN
DAN 370 MILJOEN INHEEMSEN MOETEN HUN PAGINA'S IN DEZELFDE FORMAAT HIERBOVEN schrijven en plaats het op het INTERNET IN 72 TALEN.
ENERGY GIDSEN ME-ZEG IK DIE HET WEG NU WEGENS HET VERKEER VOOR 12 seconden voor een auto VERWIJDERT anothers voordeur.
EN IK ROEP NEW SOUTH WALES REPORTAGE politie schieten ZELF IN VICTORIA 6 DAGEN, 1440 HOURS, 86400 MINUTEN, 5.184.000 seconden later.
UW VEILIGHEID rukt VANWEGE EEN VAN DEZELFDE SOORT. HET IS HET LOT BARKER MUM VIA AUSTRALIA HUIS IN LONDEN MET EEN DEURWAARDER DAD.
ANGLICAN, KATHOLIEK, OOST-ORTHODOXE EN 33000 protestantse kerken DO KILL ME - u te laten weten UW VOLKERENMOORD IN OPENBARING.
Ik vertelde SIR ANTHONY FRANK MASON niet uit hoe hard het leven was VANESSA CAMILLE BAYLISS ALTIJD BESCHERMD ME. Hoe lang voor ik sterf?
ONCE PAGINA'S GEPLAATST OP WEB IN 72 TALEN JE MOET EEN EXEMPLAAR PRINT GEBRUIKEN INTERNATIONAAL RECHT DOOR HET NEMEN HET AAN ELKE BUITENLANDSE DIPLOMAT
EN AANVRAAG politiek asiel ALS UW RECHTEN worden geschonden, JE LEVEN IS IN GEVAAR EN U uitgeprocedeerde nationale rechtsmiddelen.
IF APOLOGY Naar Oceanië, GUIDE 500.000 Aboriginals YOU ALL GOOGLE paus aan VOLG DE 12 REGELS BOVEN EEN wereld zal veranderen.
ALS JE ALLE VOLG DE 13 lijnen boven ZULT GEEN GELOOFWAARDIGHEID als uw pagina's zijn niet ondertekend door een vrederechter EERSTE. BEDANKT.
Stel je een wereld HOF
WAAR ELKE MENSEN IN DE
WORLD MADE INTERNATIONAAL RECHT
IK HEB REEDS EEN
VERENIGDE NATIES JURIDISCHE
PRECEDENT DAT KAN ALLEEN
DOOR 700000000 JUST WORDEN GEBRUIKT
IMAGINE EEN MAN DIE GOT
SAINT PAUS JOHANNES PAULUS'S APOLOGY
AAN CHINA IN 30 DAGEN
Naar Oceanië IN 60 DAGEN
IK BEN ALLEEN DE COMMANDER
SO AANBID ELKE DIPLOMAT
LEES DE AUSTRALIAN DIPLOMAT
DANK MIJN LERAAR SIR ALAN WATT
DANK ELKE DIPLOMAT IN AUSTRALIË
AFGHANISTAN Albanië Algerije Angola Argentinië OOSTENRIJK BANGLADESH BARBADOS BELGIË BELIZE Benin Bhutan BOLIVIA BOSNIË BOTSWANA BRUNEI Bulgarije Cambodja Kameroen Canada Chili China Colombia COOKEILANDEN COSTA RICA IVOORKUST KROATIË CUBA CYPRUS Tsjechoslowakije DARAMALASAM DENEMARKEN DJIBOUTI DOMICICA ECAUDOR EGYPTE EL SALVADOR ERITREA ESTLAND ETHIOPIË EUROPESE UNIE FIJI FINLAND FRANKRIJK GAMBIA GEORGIË DUITSLAND GRIEKENLAND GUATEMALA GUINEA HERZEGOVINA HEILIGE STOEL Hongarije IJsland India Indonesië Iran Ierland Israël Italië Jamaica JAPAN JORDAN KAZAKSTAN KENIA KIRIBATI KOREA DEMOCRATISCHE REPUBLIEK KOREA REPUBLIC KOEWEIT LAOS LETLAND LIBANON LESOTHO LESTE LIBIË Litauen Luxemburg Macedonië MADASGAR MALAWI Malediven Maleisië Moldavië MALI MALTA MAURITANIA Mauritius Mexico MONACO Mongolië MAROKKO MOZAMBIQUE MYANMAR NAURU NEPAL NEDERLAND NIEUW-ZEELAND NIGERIA NOORWEGEN OMAN PAKISTAN PANAMA Papoea-Nieuw-Guinea Paraguay PERU FILIPPIJNEN POLEN PORTUGAL QATAR ROEMENIË RUSLAND RWANDA SAMOA SAN MARINO Saoedi-Arabië Senegal SERVIË Seychellen Singapore Slovenië Slowakije SALOMONSEILANDEN SOMALIE ZUID-AFRIKA SPANJE SRI LANKA SUDAN SURINAME SWAZILAND ZWEDEN ZWITSERLAND SYRIE TANZANIA THAILAND TIMOR TONGO TUNESIË TURKIJE Tuvalu Oeganda Oekraïne Verenigde Arabische Emiraten VERENIGD KONINKRIJK VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA URUGUAY Oezbekistan Vanuatu Venezuela Vietnam Jemen Zambia Zimbabwe
IMAGINE EEN MAN DIE GAVE
ZIJN BESTE SO YOU GET YOUR
Land terug en verzamel de HUUR
Ik WEET ALS JE SCHRIJFT, schrijven of schrijven
EN ZET OP INTERNET DE WERELD
GOOGLATE INTO 72 LANUGUAGES
ZAL ALLES WERKEN ZORG
MAAR ALLEEN JE KUNT HET VERHAAL SCHRIJVEN
7000000000 staan voor u klaar
ZET MIJN NAAM IN WAT JE SCHRIJFT
HET ZAL DOOR 370 MILJOEN TE VINDEN
HET ZAL DOOR 700 MILJOEN TE VINDEN
Heb je gewerkt UIT WIE IK BEN NOG?
ALEXANDER MARCEL ANDRE SEBASTIAN BARKER BALJUW
Vrederechters op de Redfern Register zijn vrijwilligers.
Ze zijn mogelijk niet beschikbaar op korte termijn of op alle momenten van de dag.
Fr Frieha Akiki JP 61 2 9328 2148
De heer Mohammed Hamden Said Alkhub 61 4 1155 1293
Carolyn Therese Andersen 61 4 1301 9544
De heer Peter Balin 61 2 9355 8299
De heer Andrew Martin Bellamy 61 4 2525 2535
Mevrouw Roslyn Lesley Blair 61 2 9319 7175
De heer Michael Bolton 61 2 9698 2644
Mevrouw Michelle Ivy Bowen 61 4 1153 1446
Mevrouw Sharn Maree Brazier 61 2 9699 5499
Mevrouw Margaret Patricia Brodie 61 2 9319 1042
De heer Antonio Castillo 61 4 0864 0084
De heer Philip Chant 61 4 2581 6532
Mevrouw Kathryn Lynette Churhill 61 4 1217 3143
De heer Rodrigo Francisco Cillero 61 2 9319 2154
Mevrouw Robyn Sandra Cleere 61 2 9310 2140
De heer Harry Clifford Cole 61 2 9698 5680
De heer Richard John Davies 61 4 1126 4623
De heer Lyall James Dennison 61 4 1549 9967
Mevrouw Christie Dunn 61 4 0167 9728
Miss Kelly Nicole Dunn 61 2 9319 2154
De heer Roger Charles Edmonds 61 4 0977 3719
De heer George elfes 61 2 9243 3428
De heer Kevin Brian Fear 61 4 2326 3416
Dr. Daphne Padma Fitzroy-Mendis 61 2 9698 3060
De heer Jaycen Neville Fletcher 61 4 2105 1866
Juffrouw Janine Gay Frans 61 4 1626 5787
De heer Alan John Graham 61 4 1292 2451
De heer Derek Paul Hayden 61 4 1631 6518
De heer Denis Albert Hennessy 61 2 9202 6907
De heer Ivan Peter Hernandez 61 4 0944 6314
De heer Raymond Thomas Hetherington 61 2 8303 5256
De heer David Michael Hickey 61 4 1760 3132
De heer Grant George Robert Holman 61 4 1289 4099
De heer David Wayne Hopkinson 61 4 0540 0608
David Edmun Horscroft 61 4 1778 0949
Mevrouw Mildred Ingram 61 4 19 1699
REDFERN COMMUNITY CENTRE
29-53 HUGO STREET REDFERN 2016
New South Wales Australië
61 9288 5720 612 9288 5715
STAD VAN SYDNEY Verwijder e-mails MAANDELIJKS
WAT U e-mail verwijderd MAANDELIJKS
Redferncc@cityofsydney.nsw.gov.au
WAT JE E-MAIL wordt niet verwijderd MAANDELIJKS
RedfernCommunityCentre@gmail.com
Maar zodra MIJN EMAIL IS VOL Hij verdampt
WAT JE EMAIL PERMANENT MOET BLIJVEN
Geplaatst door Wadjularbinna Nulyarimma op 20:15 Geen opmerkingen:
E-mailen Dit bloggen! Delen op TwitterDelen op Facebook
Voorwoord bij Openbaring
De apostel Johannes was de meest vereerde christelijke leider in heel Klein-Azië, met name rond Efeze, waar hij de pastoor was geweest voor veel van de laatste helft van de eerste eeuw. Hij overleefde alle andere apostelen, in vervulling van Jezus 'profetie in Johannes 21 v.20-24. Het evangelie dat zijn naam (geschreven omstreeks 85 droeg was meteen een succes onder de late 1e eeuw christenen, zodat een boek van hem over 10 jaar later, gezien bijna volledig aan profetie en grafisch anders, werd toch aanvaard en gebruikt in de kerken voor meer dan 300 jaar.
Alle externe bewijs wijst op het schrijven van de Openbaring van Johannes, toen hij werd verbannen naar het eiland Patmos tijdens het bewind van de Romeinse keizer Domitianus (91-96 na Christus), voor, zoals hij zei, "het woord van God en het getuigenis van Jezus Christus. " Bewijs is gevonden dat Patmos en de omliggende eilanden inderdaad werden gebruikt om gevangenen of de zogenaamde 'vijanden van de staat "opsluiten in die periode van de geschiedenis. Dat zou het schrijven van Openbaring te maken in en rond de traditioneel aanvaarde datum van AD 95, in de buurt van het einde van John's leven.
Het eiland Patmos ligt ongeveer 37 mijl ten westen zuidwesten van Milete in de Middellandse Zee. Het is ongeveer tien mijl lang en zes mijl breed aan de noordkant, en bestaat voornamelijk uit vulkanische heuvels en rotsachtige grond. Het was een eiland gebruikt door de Romeinen om ballingschap gevangenen. Het was in het jaar 95 na Christus tijdens het bewind van de Romeinse keizer Domitianus dat de apostel Johannes hier werd verbannen voor zijn geloof in God. Dit was geen tropisch paradijs. Het was een eenzame, verlaten, kale plek. Maar het was de dag des Heren en ondanks het feit Johannes was alleen en in wanhopige omstandigheden, besloot hij om God te aanbidden. Weinig wist John beseffen dat deze aanbidding ervaring niet alleen dramatisch zijn eigen leven zou veranderen, zou het effect de komende generaties en invloed op het lot van de hele wereld.
Hoe Openbaring werd geopenbaard aan Johannes - Geen ander boek in de Bijbel zo zorgvuldig en volledig verklaart haar bovennatuurlijke oorsprong, zijn keten van overdracht, en de precieze manier waarop de boodschap werd meegedeeld aan de schrijver. Zij benadrukt voorts dat Johannes werd bevolen om te schrijven over alleen de dingen waaraan hij was een persoonlijk ooggetuige. Het essentiële punt is dit: John voortdurend getuigt het hele boek dat hij "zag" en "hoorde" de dingen waarover hij schrijft.
Hal Lindsey vertelt over Daniël en sommige van de dingen die hij had voorspeld en heeft de betekenis niet begrijpen. Toen hij vroeg naar de betekenis, kreeg hij te horen: "Maar gij Daniël, houd de woorden en verzegel de scroll tot de tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de kennis zal vermeerderen." Hij werd toen verteld "Ga je weg Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de tijd van het einde Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en verfijnd, maar de goddelozen zullen krijgen bozer;. En geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. " Hal stelt dat het tot hem doordrong dat alles wat in de profetie te worden geschreven over de eindtijd is al geschreven. Dus als de profetieën zijn gesloten en verzegeld, moet het door het coderen van de boodschap tot de tijd om te kunnen worden begrepen arriveert.
John had niet aan de verschrikkingen die hij beschreef voorstellen. Hij was getuige van hen uit de eerste hand, met zijn eigen ogen en oren. Hij registreerde precies wat hij zag en hoorde. Denk aan John niet als dichter, noch een fictieve romanschrijver, zoals vele zogenaamde "bijbelgeleerden" hebben door de jaren heen. Openbaring is niet een allegorie. Het is niet een verzameling van mysterieuze, onbegrijpelijke symboliek. Het is geen fictie. Het is niet arcane mumbo jumbo. Het is een levende, ademende, profetische en historische analyse van gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden. Het was om te worden begrepen door de generatie die was in de buurt van de vervulling van de verbazingwekkende dingen voorspeld onmiddellijk voorafgaan aan de wederkomst van Jezus de Messias geschreven. Ik geloof dat we die generatie.
John overwogen hoe de goddelozen voorspoedig, terwijl hij leed, het bijna brak zijn geest. "Totdat ik ging naar het heiligdom van God, toen begreep ik hun einde Zeker je hen op gladde plaatsen;. Je wierp ze naar beneden naar de ondergang '(Psalm 73, v.17-18) Met andere woorden, het stimuleert hem om te zien dat onrecht zou niet altijd zegevieren.
Hetzelfde aanmoediging wordt gegeven ten minste twee keer in het boek of de Openbaring. Openbaring 13 vers 9-10 zegt: "Indien iemand een oor heeft, die hore, Hij, die in de gevangenis leidt zullen gaan in de gevangenis;. Hij die doodt met het zwaard worden gedood met het zwaard Hier is de lijdzaamheid en het. geloof der heiligen. " Wat geeft vervolgde heiligen "geduld"? Welke zekerheid heeft hun "geloof" te geven? Dat God een rechtvaardige rechter die alle accounts zullen vestigen., Is het idee weer gevonden in Openbaring 14 vers 12. Na een grafische beschrijving van de eeuwige kwellingen in afwachting van degenen die het beest aanbidden en zijn merkteken te ontvangen, de tekst zegt: "Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods en het geloof van Jezus." In veel van dergelijke wegen de hele Schrift God zegt: "Het is mij te wreken; Ik zal het vergelden" (Deut. 32 v.35, Romeinen 12, vers 19 en Hebreeën 10 v.30.)
In de loop der jaren is er veel verwarring en verdeeldheid in de kerk met betrekking tot het boek Openbaring. Bijbelgeleerden die dit boek hebben bestudeerd jarenlang afhankelijk zijn geweest hun natuurlijke redenering om de Schrift te interpreteren of gewoon herkauwt andere mannen theorieën. Theologen hebben ingesteld zoveel verschillende speculaties en interpretaties die veel christenen niet weten wat te geloven voort. Een week, horen ze een prediker verklaren een ding en de volgende week horen ze iemand anders zeggen precies het tegenovergestelde. Veel gelovigen vermijden het boek Openbaring, omdat ze denken dat het te ingewikkeld, te vol van symboliek en verder hun begrip, maar door het bestuderen volledig alles wat er op deze pagina's zult u niet meer worden verward over de toekomst. U ZULT WETEN DAT JE WEET! God heeft Zijn Geest geplaatst binnen ons zodat wij de dingen die Hij ons heeft gegeven kunnen weten:
"Nu hebben we niet ontvangen den geest der wereld, maar den Geest, Die uit God is, opdat wij de dingen die geschonken zijn aan ons Gods te leren kennen". (1 Kor. 2 v.12)
God heeft ons de Heilige Geest om ons dingen te komen zien:
"Maar wanneer Die komt, de Geest der waarheid, is gekomen, Hij zal u in al de waarheid: want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken en hij zal u tonen, wat komen gaat". (Johannes 16 vers 13)
"Maar de zalving die gij van Hem ontvangen, blijft in u, en gij hoeft niet, dat iemand u lere; maar gelijk dezelfde zalving u leert van alle dingen, en is de waarheid, en is geen leugen, en gelijk zij geleerd u, zo zult gij in Hem. " (1 Johannes 2 vers 27)
Er zijn vijf belangrijke redenen waarom het belangrijk is voor gelovigen om het boek Openbaring te bestuderen:
(1) U ontvangt een zegen als je het te bestuderen:
"Gezegend is hij, die leest, en zijn zij, die de woorden der profetie horen en die bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij". (Openbaring 1 vers 3)
(2) Het is noodzakelijk voor de volledige looptijd, omdat het deel uitmaakt van het Woord:
"Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk." (2 Tim. 3 v.16-17)
(3) Het stelt u in staat om de toekomst te begrijpen en hoe deze betrekking heeft op het verleden en het heden:
"De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om aan te tonen aan zijn knechten, dingen, die haast geschieden moeten, en hij stuurde en betekende het door zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes". (Openbaring 1 vers 1)
(4) Prophecy verifieert het Woord van God. Vervulde profetie verifieert dat wat het Woord zegt is waar:
"En de profetie niet voor hen die niet geloven, maar voor hen die geloven" (1 Kor. 14 v.22)
(5) Prophecy invloed op de manier waarop we leven. De komst van de eindtijd motiveert ons om heilig te leven, wetende dat we een rekening van alle dingen zal geven:
"Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht." (1 Peter 3 vers 11)
Het motiveert ons om uit te reiken aan een verloren en stervende wereld als we ons realiseren dat de tijd kort is: "Ik moet de werken van hem die mij gezonden heeft, zolang het dag is:. De nacht komt, wanneer niemand werken kan" (Johannes 9 vers 4)
Vanaf het begin van de tijd, heeft God een masterplan voor de wereld had: "(Hij) gepland voor de looptijd van de tijden en de climax van de leeftijden om alle dingen te verenigen en ga ze op en consumeren ze in Christus (beide) dingen in de hemel en de dingen op aarde. " (Ef. 1 v.10 TAB)
De gebeurtenissen die gebeuren op aarde en degenen die zullen plaatsvinden in de toekomst zijn niet toevallig. Ze werden ontworpen vanaf het begin van de tijd door een God van het doel, het ontwerp, en de objectiviteit en de gegevens werden opgenomen in Zijn Woord, zodat zijn volk de toekomst zou kunnen weten, hun uiteindelijke bestemming, en hun rol in Zijn plan. Als je studie, open je geest voor God. Vraag Hem om u persoonlijk over wat Hij wil dat je hoort met je geestelijke oren, om je dingen in je leven moet je zien te tonen, en aan u te openbaren wat u moet doen als voorbereiding op Zijn komst te spreken. Gods doel met het openbaren van Zijn eindtijd plan in het boek Openbaring is, zodat u kunt weten wat er zal gebeuren in de toekomst, zodat je kunt zijn:
Bezig de werken van God. (Mat. 25 v.14-30)
Kijken voor de komst van Christus. (Matteüs 24 vers 36-44)
Voorbereid op de toekomst. (Mat. 15 v.1-13)
Ik geloof dat God wil vier belangrijke dingen in je leven te bereiken door middel van deze profetische studie gebaseerd op het boek Openbaring.
U leert hoe de bijbelse profetie te interpreteren met behulp van de sleutels van het koninkrijk Gods is geplaatst in uw handen.
U ZULT bereid zijn om de toekomst vanuit een positie van de wetenschap worden geconfronteerd. Je zult niet langer worden verward, angstig, of twijfelen.
Je zal in staat zijn om elke negatieve omstandigheid die u kunt tegenkomen in de toekomst met kracht en gezag onder ogen omdat je je lot kennen als een 100% veroveren, zegevierende kind van God.
U ZULT opstaan in deze eindtijden op uw God gegeven positie van macht, gezag en heerschappij te nemen als we oogsten samen de grootste geestelijke oogst van deze wereld ooit heeft meegemaakt.
Als je denkt, Is het echt mogelijk voor mij om Gods eindtijd plannen weten, het antwoord is een volmondig JA! Het is niet alleen mogelijk, maar God wil dat je deze openbaring hebben. Daarom gaf Hij het. Dat is de reden waarom Hij had zijn knecht, John neem het in Zijn Woord. Een openbaring is om iets te onthullen, niet om het te verbergen. Jezus komt spoedig! De tijd is nabij! Het is tijd voor ons om de tekenen van de tijd te begrijpen, om te kijken, te bereiden en klaar te zijn. Het is tijd om de sleutels die God ons heeft gegeven om de deur naar de toekomst te ontgrendelen gebruiken.
Het boek Openbaring begint met een gewaagde verklaring van haar bovennatuurlijke, goddelijke auteurschap. God is de bron. Het woord "openbaring" hier wordt gebruikt is een vertaling van het Griekse woord "apokalupis", wat betekent "een blootleggen," of "weg te trekken van de sluier van de duisternis." De openbaring John ontvangen op het eiland Patmos kwam niet door zijn natuurlijke verstand, maar het was aan hem geopenbaard, terwijl hij "in de geest". Vier keer in het boek Openbaring Johannes wordt gezegd dat "in de geest": Rev 1 v.9-10; 4 v.1-2, 17 v.1-3, en 21 vers 9-10.
Geestelijke openbaring is niet een functie van de natuurlijke geest, want onze natuurlijke verstand niet begrijpen de dingen van de Geest: "Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen van de Geest van God, want zij zijn hem dwaasheid noch kan hij hen weten , omdat zij geestelijk onderscheiden worden. " (1 Kor. 2 v.14)
Dit is waarom we deze openbaring moeten begrijpen met onze spirituele gedachten. Johannes ontving "de Openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft." Hier is de goddelijke orde van verzending: God gaf de openbaring aan Jezus en het werd verzonden en betekend (bekend gemaakt) aan Zijn dienaar, de apostel Johannes. (Openb. 1 v.1, 4, 9 en 22 v.8)
Het doel van deze openbaring was (Openb. 1 v.1-2 "tot zijn knechten dingen, die haast geschieden moeten om aan te tonen". Het was zo gezien het feit dat Zijn volk zou weten wat er zal gebeuren in de toekomst. Deze krachtige Openbaring kwam . om John in een van de donkerste tijden van zijn leven goddelijke openbaring komt vaak in moeilijke tijden:
Het was in ballingschap dat Jakob zag God in Bethel. (Gen. 35 v.1)
Het was in ballingschap dat Mozes ontmoette God bij de brandende struik. (Exodus 3 v.1-2)
Het was in ballingschap dat Elia hoorde de stem van God. (1 Koningen 19 vers 3-9)
Het was in ballingschap die Ezechiël zag de heerlijkheid van de Heer. (Ezechiël 1 v.3)
Het was in ballingschap, dat Daniël zag zijn visioen van God. (Daniël 7 vers 9)
Als je gaat door een moeilijke tijd in je leven kan je ofwel bezwijken voor depressie of medelijden, of je, net als de apostel Johannes, in de geest kan krijgen en beginnen om God te aanbidden. Even stil te staan: Wat zou God kunnen proberen om de geboorte tot u of aan u te openbaren in je donkerste uur?
We leren in deze passage dat het boek Openbaring is het "De openbaring van Jezus Christus" Dit boek onthult meer over Jezus Christus dan enig ander boek in de Bijbel. (. Neem de tijd om te kijken elk van deze verwijzingen in het boek Openbaring) Jezus wordt beschreven als:
Jezus Christus: 1 v.1
Getrouwe getuige: 1 v.5
Eerstgeborene uit de doden: 1 v.5
Overste van de koningen der aarde: 1 v.5
Alfa en Omega: 1 v.8
Mensenkind: 1 v.13
Eerste en de laatste: 1 v.17
Bewaarder van de sleutels van de dood en de dood: 1 V.18
Zoon van God: 2 V.18
Bewaarder van Davids toetsen 3 v.7
Lion of Judah: 5 v.5
Wortel van David: 5 v.5
Geslachte Lam: 5 v.6
Angry Lamb: 6 v.16-17
Tender Lamb: 7 v.17
Onze Heer: 11 v.8
Koning der heiligen: 15 v.3
Getrouwe en waarachtige: 19 v.11
Woord van God: 19 v.13
Koning der koningen: 19 v.16
Heer der heren: 19 v.16
Begin en het einde: 22 v.13
Blinkende Morgenster: 22 v.16
De sleutel tot het begrijpen van het boek Openbaring is om te beseffen dat het een openbaring over Jezus Christus. Openbaring 19 vers 10 verklaart, "Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie." Dit is een enorme spirituele sleutel tot het begrijpen van de profetie, het gehele Woord van God, en het Levende Woord, Jezus Christus. Deze passage is niet alleen de sleutel tot profetie, het is de sleutel voor het begrijpen en interpreteren van het gehele Woord van God. Begon bij Mozes en de oudtestamentische profeten tot en met het boek Openbaring, alle van de Schrift betrekking op de openbaring van Jezus Christus en Gods plan der eeuwen zo vervuld door Hem.
Toen de discipelen van Christus waren op de Emmaus Road en puzzelen over de dingen van Christus had hun gezegd, Jezus op bovennatuurlijke verscheen aan hen en zei: "Wat redenen zijn dit, die gij ene naar de andere, als gij loopt, en verdrietig zijn?" (Lukas 24 vers 17) De discipelen vertelde Hem de recente gebeurtenissen in Jeruzalem, met inbegrip van de dood van Jezus en het lege graf door de vrouwen ontdekt drie dagen later. Toen zeide Jezus tot hen: "O onverstandigen en tragen van hart, om alle geloven wat de profeten gesproken hebben: Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?" En begon bij Mozes en al de profeten, legde Hij hun uit in al de Schriften op Hem betrekking had. "(Lukas 24 vers 25-27)
Terug naar boven
22 hoofdstukken van het boek Openbaring | Individuele Onderwerpen | Andere boeken van de Bijbel (Dit brengt u naar onze andere website)
De betekenis van Aanbidding | Kun je Lose Your Salvation | Jezus zei: Gaat weg van mij - Waarom zei hij dat
Nieuws Links | Interessante Electronic Links naar andere sites
Aanbevolen Boeken | Bijbel - On Line compleet met een Look Up Feature om de Schrift te vinden
Bijbel, King James Version (KJV)
Openbaring
Rev.1
[1] De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om aan te tonen aan zijn knechten, dingen, die haast geschieden moeten, en hij stuurde en betekende het door zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes:
[2] Dewelke het woord Gods en het getuigenis van Jezus Christus, en van alle dingen die hij zag.
[3] Gezegend is hij, die leest, en zijn zij, die de woorden der profetie horen en die bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.
[4] Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azië zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal, en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn;
[5] En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste van de koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons uit onze zonden in Zijn eigen bloed,
[6] En ons begenadigd heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem zij de heerlijkheid en heerschappij zijn voor eeuwig en altijd. Amen.
[7] Zie, hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw. Zelfs zo, Amen.
[8] Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.
[9] Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en deelgenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk en de volharding van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus.
[10] Ik was in de Geest op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,
[11] Zeggen, Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum , en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea.
[12] En ik wendde zich tot de stem, die sprak met mij zien. En dat bleek, zag ik zeven gouden kandelaren;
[13] En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel.
[14] Zijn hoofd en zijn haren waren wit als wol, zo wit als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlam van vuur;
[15] En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.
[16] En hij had in zijn rechterhand zeven sterren: en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.
[17] En toen ik Hem zag, viel ik aan zijn voeten als dood. En hij legde zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste:
[18] Ik ben het, die leeft, en was dood, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels der hel en des doods.
[19] Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen:
[20] Het mysterie van de zeven sterren, die gij gezien hebt in mijn rechterhand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.
Rev.2
[1] aan de engel van de gemeente van Efeze: Dit zegt hij dat holdeth de zeven sterren in zijn rechterhand, die wandelt in het midden van de zeven gouden kandelaren;
[2] Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en hoe je daar kunt hen die kwaad zijn niet verdragen: en dat gij beproefd hebt degenen, die zeggen dat zij apostelen zijn, en zijn het niet, en hebt ze leugenaars bevonden:
[3] En gij hebt verdragen, en hebt geduld en voor mijn Naams wil gearbeid, en gij hebt niet flauwgevallen.
[4] Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verlaten.
[5] Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; of niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.
[6] Maar dit hebt gij, dat gij de kastijding haat de werken der Nikolaïeten, welke Ik ook haat.
[7] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt; Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.
[8] En aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt de Eerste en de Laatste, Die dood geweest is, en leeft;
[9] Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede (doch gij zijt rijk), en ik weet de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans.
[10] Vrees geen der dingen, die gij lijden zult: Ziet, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen: Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens.
[11] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt; Die overwint niet worden gekwetst van de tweede dood.
[12] En aan de engel van de gemeente in Pergamum schrijf; Dit zegt Hij die het scherpe zwaard met twee kanten heeft;
[13] Ik weet uw werken, en waar gij woont, namelijk daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas, Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont.
[14] Maar Ik heb enkele dingen tegen u, dat gij aldaar hebt, die de lering van Bileam, die Balak leerde een aanstoot voor te werpen de kinderen Israëls, tot afgodenoffers eten en hoereren.
[15] Dus hebt gij hen ook dat de leer van de Nikolaïeten, die Ik haat.
[16] Bekeer u, of anders ik zal snel tot u komen, en zal tegen hen met het zwaard van mijn mond.
[17] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt; Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van het verborgen manna, en hem een witte steen geven en op de steen een nieuwe naam geschreven , die niemand kent, dan die hem ontvangt.
[18] En aan de engel van de gemeente in Thyatira schrijf: Dit zegt de Zoon van God, Die Zijn ogen heeft gelijk een vlam van vuur, en Zijn voeten zijn blinkend koper;
[19] Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste.
[20] Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Izebel, die zich een profetes noemt, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten.
[21] En Ik heb haar tijd gegeven om zich te bekeren van haar hoererij, en zij bekeerden zich niet.
[22] Zie, Ik werp haar te bed, en die met haar overspel bedrijven, in grote verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hun werken.
[23] En haar kinderen zal Ik de dood doen sterven, en al de Gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek en Ik zal ieder van u op basis van uw werken.
[24] Maar Ik zeg ulieden, en tot de rust in Thyatira, net zoveel als er deze leer niet, en die niet bekend zijn de diepten van satan, gelijk zij zeggen: Ik zal over je niemand anders last.
[25] Maar wat gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen.
[26] En die overwint, en bewaart mijn werken tot het einde, Ik zal hem macht geven over de heidenen:
[27] En hij zal ze hoeden met een ijzeren staf, als de pottenbakkersvaten worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van Mijn Vader.
[28] En Ik zal hem de morgenster geven.
[29] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Rev.3
[1] En aan de engel van de gemeente in Sardis: Dit zegt Hij, Die de zeven geesten Gods, en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat gij hebt een naam dat gij leeft, en kunst dood.
[2] Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want ik heb niet gevonden uw werken voor God.
[3] Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal.
[4] gij hebt enige weinige namen ook te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte: omdat zij het waardig zijn.
[5] Hij die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen, en ik zal niet uitwissen zijn naam uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
[6] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
[7] En aan de engel van de gemeente in Filadelfia schrijf; Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel Davids, hij heeft dat verlokt, en geen mens shutteth, en shutteth, en geen mens verlokt;
[8] Ik weet uw werken: zie, Ik heb voor u gegeven een open deur, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend.
[9] Zie, Ik zal hen uit de synagoge des satans, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn niet te maken, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat ik heb liefgehad thee.
[10] Omdat gij bleef het woord van mijn geduld, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die komen zal de hele wereld, om te verzoeken die op de aarde wonen.
[11] Zie, Ik kom spoedig: houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
[12] Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer uit: en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam van de stad van mijn God, dat is nieuwe Jeruzalem, dat nederdaalt uit den hemel van Mijn God, en Ik zal op hem schrijven mijn nieuwe naam.
[13] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
[14] En schrijf aan de engel der gemeente te Laodicea schrijven; Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods;
[15] Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet: Ik zou gij maar koud of heet waart.
[16] Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u spuwen uit mijn mond.
[17] Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte:
[18] Ik raad u aan van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk worden, en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt.
[19] Zoals die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig wees dan ijverig en bekeer u.
[20] Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop: indien iemand mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
[21] Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.
[22] Hij die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Rev.4
[1] Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in de hemel en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u dingen tonen die hierna zijn.
[2] En terstond werd ik in den geest; en ziet, er was een troon gezet in den hemel, en er zat Een op de troon.
[3] En Die daarop zat, was tot op kijken als een jaspis en een sardine steen: en er was een regenboog rondom de troon, in het aanzien der steen Smaragd gelijk.
[4] En rondom de troon waren vier en twintig tronen en op de tronen zag ik de vier en twintig ouderlingen zittende, bekleed met witte klederen, en zij hadden op hun hoofden gouden kronen.
[5] En van den troon gingen uit bliksemen, en donderslagen, en stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor den troon, welke zijn de zeven geesten Gods.
[6] En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk en in het midden van de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren.
[7] En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een mens, en het vierde dier was een vliegende arend.
[8] En de vier dieren hadden elkeen voor zichzelven zes vleugelen rondom hem, en zij van binnen vol ogen waren: en zij rusten niet dag en nacht, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, en is, en Die komen zal.
[9] En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging gaven Hem, die op de troon zat, die leeft tot in alle eeuwigheid,
[10] De vier en twintig ouderlingen voor Hem, Die op de troon zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen voor de troon, zeggende:
[11] Gij zijt waardig, o Heer, tot eer en kracht te ontvangen, want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.
Openb.5
[1] En ik zag in de rechterhand van hem die op de troon zat een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegels.
[2] En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen te verliezen?
[3] En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve in te zien.
[4] En ik weende zeer, dat niemand waardig te openen en om het boek te lezen, noch hetzelve in te zien gevonden.
[5] En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam van Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegels te verbreken.
[6] En ik zag, en ziet, in het midden van de troon en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als het was geslacht, met zeven horens en zeven ogen, welke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen.
[7] En hij kwam en nam het boek uit de rechterhand van hem die op de troon zat.
[8] En toen hij het boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen vielen neder voor het Lam, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk, welke zijn de gebeden der heiligen.
[9] En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal, en volk en natie;
[10] En hebt ons onze God koningen en priesters: en wij zullen als koningen heersen op de aarde.
[11] En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en de dieren, en de ouderlingen en het aantal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden;
[12] Zeggende met een grote stem, Waardig is het Lam dat geslacht is te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging.
[13] En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en zoals zijn in de zee en al wat in dezelve is, hoorde ik zeggen, Blessing, en eer, en heerlijkheid, en de kracht , worden hem die op de troon zit, en het Lam voor eeuwig en altijd.
[14] En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid.
Openb.6
[1] En ik zag, toen het Lam opende een van de zegels, en ik hoorde, als het ware het geluid van de donder, een van de vier dieren zeggen: Kom en zie.
[2] En ik zag, en zie, een wit paard, en die daarop zat, had een boog, en een kroon hem werd: en hij ging uit overwinnende en om te overwinnen.
[3] En toen hij het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie.
[4] En er ander paard ging uit, dat rood was en de macht werd gegeven aan hem die daarop zat, om vrede te nemen van de aarde, en dat zij elkander zouden doden en er werd hem een groot zwaard gegeven.
[5] En toen hij het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie. En ik zag, en zie, een zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal in zijn hand.
[6] En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en de wijn.
[7] En toen hij het vierde zegel geopend had, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom en zie.
[8] En ik zag, en ziet, een vaal paard, en zijn naam die daarop zat, was de dood, en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde, om te doden met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde.
[9] En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die gedood waren om het Woord Gods, en om de getuigenis, die zij hadden
[10] En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige, doet gij niet oordeelt en wreekt ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen?
[11] En werden lange witte klederen gegeven aan een ieder van hen, en hun werd gezegd, dat zij nog moeten rusten voor een korte tijd, totdat hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden als ze waren, moet worden voldaan .
[12] En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet, er was een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed;
[13] En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als ze geschud wordt door een harde wind.
[14] En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen.
[15] En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelven in de spelonken, en in de rotsen van de bergen;
[16] En zeiden tot de bergen en rotsen: Valt op ons, en verbergt ons van het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam:
[17] Want de grote dag Zijns toorns is gekomen, en wie kan bestaan?
Op.7
[1] En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende de vier winden der aarde, opdat geen wind zou waaien op de aarde, noch op de zee, noch over enige boom.
[2] En ik zag een andere engel opkomen van de opgang, hebbende het zegel van de levende God: en hij riep met een luide stem tot de vier engelen, aan wie gegeven was aan de aarde en de zee te beschadigen,
[3] Zeggende, Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten van onze God zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden.
[4] En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: en er waren verzegeld honderd vier en veertig duizend alle stammen van de kinderen Israëls.
[5] uit de stam van Juda waren twaalf duizend verzegeld. Van den stam van Ruben waren twaalf duizend verzegeld. Uit het geslacht van Gad waren twaalf duizend verzegeld.
[6] Van het geslacht van Aser waren twaalf duizend verzegeld. Uit het geslacht van Nafthali waren twaalf duizend verzegeld. Van het geslacht van Manasse waren twaalf duizend verzegeld.
[7] Van de stam van Simeon waren twaalf duizend verzegeld. Uit het geslacht van Levi waren twaalf duizend verzegeld. Uit het geslacht van Issaschar waren twaalf duizend verzegeld.
[8] Van het geslacht van Zebulon waren twaalf duizend verzegeld. Uit het geslacht van Jozef waren twaalf duizend verzegeld. Uit het geslacht van Benjamin waren twaalf duizend verzegeld.
[9] Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden, en palmen in hun handen;
[10] En zij riepen met grote stem, zeggende: De zaligheid zij onze God, Die op den troon zit, en het Lam.
[11] En al de engelen stonden rondom de troon, en rondom de ouderlingen en de vier dieren, en vielen voor den troon neder op hun aangezicht, en aanbaden God,
[12] Zeggende: Amen, en de heerlijkheid, en de wijsheid, en de dankzegging, en de eer, en de kracht, en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid. Amen.
[13] En een van de oudsten antwoordde en zeide tot mij: Wat zijn deze, die bekleed zijn met de witte gewaden? en waar zijn zij gekomen?
[14] En ik zeide tot hem: Mijn heer, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking, en hebben hun lange klederen gewassen, en die wit gemaakt in het bloed des Lams.
[15] Daarom zijn zij voor de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in zijn tempel, en Hij die op de troon gezeten, zal hen overschaduwen.
[16] Zij zullen niet meer hongeren, noch dorsten niet meer, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte.
[17] Want het Lam, Dat in het midden van de troon zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
Rev.8
[1] En toen Het het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel, omtrent van een half uur.
[2] En ik zag de zeven engelen, die voor God stonden; en hun werden zeven bazuinen gegeven.
[3] En een andere engel kwam en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat, en er hem werd veel reukwerk, opdat hij het met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon.
[4] En de rook van het reukwerk, met de gebeden der heiligen, ging op voor God uit de hand van de engel.
[5] En de engel nam het wierookvat, en vulde dat met het vuur des altaars, en wierp het op de aarde, en er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen, en aardbeving.
[6] En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, bereidden zich om te klinken gehad.
[7] De eerste engel blies de bazuin, en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en zij zijn op de aarde geworpen: en het derde deel der bomen is verbrand, en al het groene gras is verbrand.
[8] En de tweede engel blies de bazuin, en als het ware een grote berg, van vuur brandende, in de zee geworpen: en het derde deel van de zee werd bloed;
[9] En het derde deel der schepselen in de zee, die leven hadden, stierf, en het derde deel van de schepen verging.
[10] En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster uit de hemel, brandend als een fakkel, en zij viel op het derde deel der rivieren, en op de fonteinen der wateren;
[11] En de naam der ster wordt genoemd Alsem: en het derde deel der wateren werd tot alsem; en vele mensen zijn gestorven van de wateren, want zij waren bitter geworden.
[12] En de vierde engel blies de bazuin, en het derde deel van de zon werd getroffen en het derde deel van de maan, en het derde deel van de sterren, zodat het derde deel daarvan verduisterd werd, en de dag scheen niet een derde deel ervan, en de nacht ook.
[13] En ik zag, en ik hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende met grote stem: Wee, wee, wee, het bewonen van de aarde vanwege de overige stemmen van de bazuin der drie engelen, die nog bazuinen!
Op.9
[1] En de vijfde engel blies de bazuin, en ik zag een ster, uit de hemel op de aarde: en hem werd de sleutel van de bodemloze put.
[2] En hij opende de put des afgronds en er steeg rook op uit de put, als de rook van een grote oven, en de zon en de lucht werden verduisterd door de rook van de put.
[3] En er kwam uit de rook sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, gelijk de schorpioenen der aarde macht hebben.
[4] En hun werd gezegd, dat zij niet zouden beschadigen het gras van de aarde, noch enige groente, noch enigen boom, dan de mensen alleen, die het zegel van God niet op hun voorhoofden.
[5] En hun werd macht gegeven, dat zij hen zouden doden, maar dat zij zouden gepijnigd worden vijf maanden; en hun pijniging was als de pijniging van een schorpioen, wanneer hij een mens.
[6] En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, en zullen dien niet vinden, en zij zullen begeren te sterven, en de dood zal van hen vlieden.
[7] En de gedaanten der sprinkhanen waren den paarden gelijk, die tot den oorlog bereid zijn; en op hun hoofden waren als kronen, het goud, en hun aangezichten als aangezichten van mensen.
[8] En zij hadden haar als haar der vrouwen, en hun tanden waren als tanden van leeuwen.
[9] En zij hadden borstwapenen als het ware ijzeren borstwapenen; en het geluid van hun vleugels was als een gedruis der wagens, wanneer vele paarden naar den strijd lopen.
[10] En zij hadden staarten den schorpioenen gelijk, en er waren angels in hun staarten; en hun macht was de mensen te beschadigen vijf maanden.
[11] En zij hadden een koning over hen, dat is de engel van de bodemloze put, wiens naam in het Hebreeuws Abaddon, en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon.
[12] Het eerste wee is voorbijgegaan: zie, nog twee weeën komen hierna.
[13] En de zesde engel blies de bazuin, en ik hoorde een stem uit de vier horens van het gouden altaar, dat voor God,
[14] Zeggende tot de zesde engel, die de bazuin had: Ontbind de vier engelen, die gebonden zijn bij de grote rivier de Eufraat.
[15] En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en een maand en een jaar, voor te doden het derde deel der mensen.
[16] En het nummer van het leger van de ruiters waren tweehonderdduizend duizend: en ik hoorde het aantal van hen.
[17] En ik zag alzo de paarden in dit gezicht, en die daarop zaten ze, hebbende vurige, en hemelsblauwe, en zwavel: en de hoofden van de paarden waren als hoofden van leeuwen, en uit hun monden uitgegeven vuur en rook en zwavel.
[18] Door deze drie werd het derde deel der mensen gedood, door het vuur, en door de rook, en door het sulfer, dat uit hun monden uitging.
[19] Want hun macht is in hun mond, en in hun staarten; want hun staarten zijn aan de slangen, en had hoofden, en met hen ze doen pijn.
[20] En de rest van de mannen die niet werden gedood door deze plagen, hebben zich niet bekeerd van de werken hunner handen, dat zij niet zouden aanbidden de duivelen, en de afgoden van goud en zilver, en koperen, en stenen, en van hout : die niet kunnen zien, noch horen, noch wandelen:
[21] Noch bekeerd van hun doodslagen, noch van hun toverijen, noch van hun hoererij, noch van hun dieverijen.
Rev.10
[1] En ik zag een andere sterke engel nederdalen uit de hemel, bekleed met een wolk; en een regenboog was boven zijn hoofd, en zijn aangezicht was als de zon, en zijn voeten waren als pilaren van vuur:
[2] En hij had in zijn hand een geopend boekje en hij zette zijn rechtervoet op de zee, en den linker op de aarde,
[3] En hij riep met een grote stem, gelijkerwijs een leeuw brult; en als hij geroepen had, spraken de zeven donderslagen hun stemmen.
[4] En toen de zeven donderslagen hun stemmen gesproken hadden, was ik over te schrijven: en ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Verzegel, hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet.
[5] En de engel, dien ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn hand op naar de hemel,
[6] En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde, en de dingen die daarin zijn, en de zee, en de dingen die daarin zijn, dat er moet zijn tijd niet meer:
[7] Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, het mysterie van God zou worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, de profeten verklaard.
[8] En de stem, die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga en neem het boekje dat geopend in de hand van de engel, die staat op de zee en op de aarde.
[9] En ik ging henen tot den engel, en zeide tot hem: Geef mij dat boeksken. En Hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar het zal in uw mond zoet als honing.
[10] En ik nam dat boeksken uit de hand des engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als honing: en zodra ik het gegeten had, werd mijn buik bitter.
[11] En hij zeide tot mij: Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natiën, en talen, en koningen.
Op.11
[1] En mij werd een riet, een staf gelijk: en de engel stond en zeide: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden.
[2] Maar de voorhof, die buiten de tempel te verlaten uit, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven en de heilige stad zullen zij vertreden twee en veertig maanden.
[3] En Ik zal macht geven tot mijn twee getuigen, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed.
[4] Dit zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den God der aarde.
[5] En zo iemand die wil beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal hun vijanden verslinden; en zo iemand hen wil beschadigen, moet hij op deze wijze worden gedood.
[6] Deze hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen.
[7] En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest dat opkomt uit de afgrond zal tegen hen krijg voeren, en het zal hen overwinnen en hen doden.
[8] En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is.
[9] En zij van de volken en stammen en talen en natiën, zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven, en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven worden gezet.
[10] En zij, die op de aarde wonen, die zullen verblijd zijn over hen, en zullen vreugde bedrijven, en zendt elkander geschenken; omdat deze twee profeten hen gepijnigd, dat op de aarde wonen.
[11] En na die drie dagen en een halven, de Geest des levens uit God in hen, en zij stonden op hun voeten staan en grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden.
[12] En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Komt herwaarts op. En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen.
[13] En in diezelfde ure geschiedde een grote aardbeving, en het tiende deel der stad is gevallen, en werden door de aardbeving gedood zevenduizend mensen: en de overigen zijn zeer bevreesd geworden, en hebben den God des hemels.
[14] Het tweede wee is voorbijgegaan: zie, het derde wee komt haast.
[15] En de zevende engel blies de bazuin, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden de koninkrijken van onze Heer en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid.
[16] En de vier en twintig ouderlingen, die voor God zitten op hun tronen, vielen op hun aangezichten, en aanbaden God,
[17] Zeggen, Wij danken U, Heere God almachtig, Die is, en Die was, en Die komen zal, dat Gij hebt genomen om Uw grote kracht hebt, en als Koning hebt geheerst.
[18] En de volken waren toornig geworden, en Uw toorn is gekomen, en de tijd voor de doden, dat zij moeten worden beoordeeld, en dat het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen, en hen die vrezen voor uw naam, klein en groot, en om te verderven degenen, die de aarde vernietigen.
[19] En de tempel van God is in de hemel geopend, en er is gezien in Zijn tempel de ark van zijn testament: en er werden bliksemen, en stemmen, en donderslagen, en aardbeving, en grote hagel.
Op.12
[1] En er werd een groot teken in de hemel een vrouw met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren:
[2] En zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te worden afgeleverd.
[3] En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens en zeven kronen op zijn koppen.
[4] En zijn staart trok het derde deel van de sterren des hemels, en wierp die op de aarde, en de draak stond voor de vrouw, die klaar om te worden afgeleverd was, om haar kind te verslinden zodra het geboren was.
[5] En zij baarde een mannelijke zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren staf en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon.
[6] En de vrouw vluchtte in de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden.
[7] En er kwam oorlog in de hemel: Michaël en zijn engelen vochten tegen de draak, en de draak streed en zijn engelen,
[8] En geen standhouden en hun plaats is niet meer gevonden in den hemel.
[9] En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd geworpen op de aarde, en zijn engelen zijn met hem geworpen.
[10] En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus; want de aanklager van onze broeders is neergeworpen, die hen aanklaagde voor onze God dag en nacht.
[11] En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hun leven niet liefgehad tot in de dood.
[12] Daarom, verheugt u, gij hemelen, en gij, die woont in hen. Wee het bewonen van de aarde en van de zee! want de duivel is tot u afgekomen, en heeft groten toorn, want hij weet dat hij maar een korte tijd.
[13] En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had.
[14] En aan de vrouw werden de twee vleugels van een grote arend, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang .
[15] En de slang wierp uit haar bek water als een rivier achter de vrouw, die hij zou kunnen veroorzaken haar te worden weggevoerd van de zondvloed.
[16] En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak wierp uit haar mond.
[17] En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en het getuigenis van Jezus Christus.
Op.13
[1] En ik stond op het zand der zee, en zag een beest opkomen uit de zee, met zeven koppen en tien horens, en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden, en op zijn koppen namen van godslastering.
[2] En het beest dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn voeten als de voeten van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw: en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote gezag.
[3] En ik zag een van zijn hoofden als tot den dood gewond, en zijn dodelijke wond genezen was: en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.
[4] En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan er oorlog tegen voeren?
[5] En er werd hem een mond, grote dingen sprekende en godslasteringen, en hun werd macht gegeven, om zulks te tweeënveertig maanden lang blijven.
[6] En het opende zijn mond tot lastering tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel, en die in den hemel wonen.
[7] En hetzelve werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen en hem werd macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk.
[8] En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is van de grondlegging der wereld.
[9] Indien iemand een oor heeft, die hore.
[10] Hij die iemand in gevangenschap zullen gaan in de gevangenis: hij die doodt met het zwaard worden gedood met het zwaard. Hier is de lijdzaamheid en het geloof der heiligen.
[11] En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee horens als een lam, en het sprak als de draak.
[12] En het oefent al de macht van het eerste beest voor hem, en maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wond genezen was.
[13] En het doet grote tekenen, zodat Hij doet vuur van den hemel op de aarde ten aanschouwen van de mensen,
[14] En verleidt degenen, die op de aarde wonen door middel van tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat had de wond van het zwaard, en leefde.
[15] En hij had de macht om leven te geven tot het beeld van het beest, dat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat velen niet zouden aanbidden, het beeld van het beest gedood zouden worden.
[16] En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, rijken en armen, vrijen en de slaven, een merkteken op hun rechterhand of op hun voorhoofd te ontvangen:
[17] En dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
[18] Hier is de wijsheid. Laat wie verstand heeft tel het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zes honderd zes en zestig.
Op.14
[1] En ik zag, en ziet, het Lam stond op de berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden.
[2] En ik hoorde een stem uit de hemel, als een stem van vele wateren en als de stem van zware donder en ik hoorde een stem van citerspelers, spelende op hun citers;
[3] En zij zongen als een nieuw gezang voor de troon en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon leren dat lied dan de honderd vier en veertig duizend, die zijn gekocht uit de aarde.
[4] Deze zijn het, die niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagden. Dezen zijn het, die het Lam volgen waar Het ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, tot eerstelingen Gode en het Lam.
[5] En in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor de troon van God.
[6] En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk,
[7] Zeggende met een grote stem: Vreest God, en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, Die den hemel maakte, en de aarde, en de zee, en de fonteinen der wateren.
[8] En een andere engel gevolgd, zeggende: Babel is gevallen, zij is gevallen, die grote stad, omdat zij uit alle volken drinken van de wijn van de toorn van haar hoererij.
[9] En de derde engel is hen gevolgd, zeggende met een grote stem: Indien iemand aanbidden het beest en zijn beeld, en het merkteken op zijn voorhoofd te ontvangen, of op zijn hand,
[10] Het zal ook drinken van de wijn van de toorn Gods, die ongemengd ingeschonken is toebereid in de beker van zijn toorn, en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen, en in aanwezigheid van het Lam:
[11] En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen zijn beeld rust, dag en nacht, die het beest aanbidden en, en al wie het merkteken van zijn naam.
[12] Hier is de lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods en het geloof van Jezus.
[13] En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan: Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen.
[14] En ik zag, en ziet, een witte wolk, en op de wolk was Een gezeten, des mensen Zoon gelijk, hebbende op Zijn hoofd een gouden kroon, en in zijn hand een scherpe sikkel.
[15] En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luider stem tot hem, die op de wolk zat, Zend Uw sikkel en maai; want de tijd is gekomen voor u om te maaien, want de oogst van de aarde is rijp.
[16] En hij die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid.
[17] En een andere engel kwam uit de tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf een scherpe sikkel.
[18] En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur, en riep met luider stem tot hem, die de scherpe sikkel had, zeggende: Thrust in uw scherpe sikkel, en oogst de trossen van de wijngaard der aarde , want zijn druiven zijn rijp.
[19] En de engel wierp zijn sikkel op de aarde en sneed de wijngaard der aarde, en wierp ze in de grote wijnpers van de toorn van God.
[20] En de wijnpers werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpers, zelfs tot het paard hoofdstellen, door de ruimte van een duizend zeshonderd stadiën.
Rev.15
[1] En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar, zeven engelen, die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap van God.
[2] En ik zag als een glazen zee, met vuur gemengd en hen dat had gekregen van de overwinning op het beest, en van zijn beeld, en van zijn merkteken, en van het getal van zijn naam, staande aan de zee van glas, met de citers Gods.
[3] En zij zingen het lied van Mozes, de knecht Gods, en het lied van het Lam, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen.
[4] Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? voor maar gij zijt heilig; want alle volken zullen komen en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden.
[5] En daarna zag ik, en ziet, de tempel van de tent der getuigenis in den hemel werd geopend:
[6] En de zeven engelen kwamen uit de tempel, die de zeven plagen, bekleed met rein en wit linnen, en omgord om de borst met gouden gordels.
[7] En een van de vier dieren gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de toorn van God, die leeft tot in alle eeuwigheid.
[8] En de tempel werd vervuld met rook uit de heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand kon in den tempel ingaan, totdat de zeven plagen der zeven engelen waren vervuld.
Rev.16
[1] En ik hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen, Gaat henen, en giet de zeven fiolen van de toorn van God op aarde.
[2] En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden.
[3] En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode, en alle levende ziel is gestorven in de zee.
[4] En de derde engel goot zijn schaal uit in de rivieren en fonteinen der wateren, en zij werd bloed.
[5] En ik hoorde de engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere, Die is, en Die was, en gij zult zijn, omdat gij dit geoordeeld.
[6] Want zij hebben het bloed der heiligen en der profeten vergoten hebben, zo hebt Gij hun ook bloed te drinken, want zij zijn het waardig.
[7] En ik hoorde een anderen van het altaar zeggen: Ja, Here God, Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen.
[8] En de vierde engel goot zijn schaal uit over de zon en haar is macht gegeven de mensen te verhitten door vuur.
[9] En de mensen werden verhit met grote hitte, en lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven.
[10] En de vijfde engel goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk vol duisternis was, en zij kauwden hun tongen van pijn,
[11] En zij lasterden de God des hemels vanwege hun pijnen en vanwege hun gezwellen, en zij bekeerden zich niet van hun werken.
[12] En de zesde engel goot zijn schaal uit op de grote rivier de Eufraat, en zijn water droogde op, dat de weg van de koningen van het oosten zou worden voorbereid.
[13] En ik zag drie onreine geesten komen, als kikvorsen uit de bek van de draak en uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet.
[14] Want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de almachtige God.
[15] Zie, Ik kom als een dief. Gezegend is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie.
[16] En zij hebben hen vergaderd in de plaats in het Hebreeuws genaamd wordt Armageddon.
[17] En de zevende engel goot zijn schaal uit in de lucht; en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is geschied.
[18] En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen, en er was een grote aardbeving, hoedanige niet dat de mensen op de aarde, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot.
[19] En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap te geven.
[20] En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden.
[21] En er viel op de mensen een grote hagel uit de hemel, elk als een talent pond zwaar, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag daarvan was zeer groot.
Rev.17
[1] En er kwam een van de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, zeggende tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer, die zit aan vele wateren:
[2] Met welke de koningen der aarde gehoereerd hebben, en de bewoners van de aarde zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij.
[3] En hij bracht mij weg in de geest naar de woestijn en ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van namen der gods lastering, en had zeven hoofden en tien hoornen.
[4] En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en versierd met goud en edelstenen en parels, met een gouden beker in haar hand, vol van gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij:
[5] En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.
[6] En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen, en van het bloed van de martelaren van Jezus: en toen ik haar zag, vroeg ik me af met grote bewondering.
[7] En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest, dat haar draagt, dat de zeven koppen en tien horens heeft.
[8] Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet, en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan en zij die op de aarde wonen, zullen verwonderd, wier namen niet in het boek des levens geschreven vanuit het grondlegging van de wereld, ziende het beest, dat was en is niet, en toch is.
[9] En hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit.
[10] En er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij korte tijd blijven.
[11] En het beest, dat was en niet is, zelfs hij is de achtste, en is uit de zeven en gaat ten verderve.
[12] En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest.
[13] Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht aan het beest te geven.
[14] Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen, want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen, en die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.
[15] En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen.
[16] En de tien hoornen, die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vlees eten, en haar met vuur verbranden.
[17] Want God heeft in hun hart om zijn wil te vervullen, en in te stemmen, en geven hun koningschap aan het beest geven, totdat de woorden Gods voleindigd zullen zijn.
[18] En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koningschap heeft over de koningen der aarde.
18 herz
[1] En na dezen zag ik een anderen engel afkomen uit den hemel, hebbende grote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijn heerlijkheid.
[2] En hij riep met sterke stem, zeggende: het grote Babylon is gevallen, zij is gevallen, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte.
[3] Voor alle volken gedronken hebben van de wijn van de toorn van haar hoererij, en de koningen der aarde hebben ontucht met haar gepleegd, en de kooplieden der aarde rijk zijn geworden door de overvloed van haar lekkernijen.
[4] En ik hoorde een andere stem uit de hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden, en opdat gij niet ontvangt van haar plagen.
[5] Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid.
[6] Vergeldt haar, gelijk als zij beloond u, en verdubbelt haar dubbel, naar haar werken: in de beker waarin zij geschonken heeft, schenkt haar dubbel.
[7] Hoeveel zij zichzelve verheerlijkt heeft, en weelde gehad heeft, zo grote pijniging en rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.
[8] Daarom zullen haar plagen op een dag komen, dood en rouw, en honger, en zij zal ganselijk met vuur verbrand worden; want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt.
[9] En de koningen der aarde, die ontucht hebben gepleegd en weelde gehad met haar, zullen haar bewenen, en rouw over haar bedrijven, wanneer zij den rook haar brands zullen zien,
[10] Van verre staande uit vreze van haar pijniging, zeggende: Wee, wee, de grote stad Babylon, de sterke stad! want in een uur is uw oordeel gekomen.
[11] En de kooplieden der aarde zullen wenen en rouw maken over haar, want geen mens buyeth hun waren meer:
[12] De merchandise van goud en zilver, en edelstenen, en van paarlen, en fijn linnen, en purper, en zijde, en scharlaken, en allerlei welriekend hout, en allerlei ivoren vaten, en allerlei vaten van het meest kostbaar hout, en van koper, en van ijzer, en marmer,
[13] En kaneel, en geuren, en zalven, en wierook, en wijn, en olie, en meelbloem, en tarwe, en de dieren, en schapen, en paarden en wagens, en slaven, en de zielen der mensen.
[14] En de vruchten die der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan, en alle dingen die sierlijk waren en goodly van u weggegaan, en gij zult hetzelve niet meer vinden bij allen.
[15] De kooplieden dezer dingen, die rijk geworden waren van haar, zullen van verre staan uit vreze van haar pijniging, wenende en rouw,
[16] En zeggende: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, en purper, en scharlaken, en versierd met goud, en kostelijk gesteente, en met paarlen;
[17] Want in een uur zo grote rijkdom is op niets uitlopen. En alle stuurlieden, en al het bedrijf in schepen en matrozen, en maar liefst zee handelen, stonden van verre,
[18] En riepen, ziende den rook van haar brand, en zeggende: Wat stad was deze grote stad gelijk!
[19] En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw, zeggende: Wee, wee, de grote stad, waarin zijn rijk maakte al die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid! want in een uur is ze eenzaam zijn.
[20] vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen en profeten, want God heeft je oordeel aan haar geoordeeld.
[21] En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Aldus met geweld zal de grote stad Babylon geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden op alle.
[22] En de stem der citerspelers, en muzikanten, en der fluiters, en trompetters, zal niet meer gehoord worden in u, en geen kunstenaar van enige kunst zal, zal niet meer in u gevonden worden, en het geluid van een molensteen zal niet meer gehoord worden in u;
[23] En het licht van een kaars wordt niet meer schijnen in u, en de stem van de bruidegom en van de bruid zal niet meer gehoord worden in u, want uw kooplieden waren de groten der aarde, want door uw toverij zijn alle volken verleid.
[24] En in dezelve is gevonden het bloed der profeten en der heiligen, en van al die gedood werden op de aarde.
Op.19
[1] En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht, de Here, onze God:
[2] Voor waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die corrupte deed de aarde met haar hoererij, en heeft gewroken het bloed van zijn dienaren op haar hand.
[3] En weer zeiden ze, Alleluia. En haar rook gaat op in alle eeuwigheid.
[4] En de vier en twintig ouderlingen en de vier dieren vielen neder, en aanbaden God, Die op de troon zat, zeggende: Amen, Halleluja.
[5] En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij, die Hem vreest, beiden klein en groot.
[6] En ik hoorde als een stem van een grote schare, en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, zeggende: Halleluja, want de Heere, de almachtige God regeert.
[7] Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven, en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen, en Zijn vrouw heeft zichzelve bereid.
[8] En haar is gegeven, dat zij bekleed worden met fijn linnen, schoon en wit: voor dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen.
[9] En Hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam worden genoemd. En hij tot mij zeide: Deze zijn de waarachtige woorden van God.
[10] En ik viel voor zijn voeten om hem te aanbidden. En Hij zeide tot mij: Zie, dat gij dat niet doet; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben: aanbid God voor de getuigenis van Jezus is de geest der profetie.
[11] En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en in gerechtigheid Hij oordeelt en voert oorlog.
[12] Zijn ogen waren als een vlam van vuur, en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand wist, dan Hijzelf.
[13] En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn naam wordt genoemd het Woord Gods.
[14] En de heirlegers in den hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en schoon.
[15] En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij zou daarmee de heidenen slaan en Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de wijnpers van de toorns en der gramschap van de almachtige God.
[16] En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen, en Heere der heren.
[17] En ik zag een engel, staande in de zon, en hij riep met een grote stem, zeggende tot al de vogelen, die in het midden des hemels, Kom en vergadert u tot het avondmaal des groten Gods;
[18] Opdat gij het vlees der koningen, en het vlees der oversten over duizend, en het vlees der sterken, en het vlees van paarden en van hen die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en eten , kleinen en groten.
[19] En ik zag het beest, en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en tegen zijn leger.
[20] En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die de tekenen gedaan had, door welke hij verleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die zijn beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel.
[21] En de overigen werden gedood met het zwaard Desgenen, Die op het paard zat, die het zwaard ging uit zijn mond: en al de vogelen werden verzadigd van hun vlees.
Op.20
[1] En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand.
[2] En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem duizend jaren,
[3] En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren voleindigd: en daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden .
[4] En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die niet aanbeden had de beest, noch zijn beeld, noch had zijn merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand, en zij leefden en heersten als koningen met Christus, duizend jaren.
[5] Maar de overigen der doden werden niet weer totdat de duizend jaren geëindigd waren. Dit is de eerste opstanding.
[6] Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij met Hem heersen duizend jaren.
[7] En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan worden losgelaten uit zijn gevangenis,
[8] En hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, om hen te vergaderen tot den misleiden: het getal is als het zand der zee.
[9] En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden.
[10] En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid.
[11] En ik zag een grote witte troon en hem die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en er bleek geen plaats voor hen.
[12] En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend en een ander boek werd geopend, dat is het boek van het leven en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de geschreven boeken, naar hun werken.
[13] En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.
[14] En de dood en de hel werden geworpen in de poel van vuur. Dit is de tweede dood.
[15] En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, werd geworpen in de poel van vuur.
Rev.21
[1] En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en er was geen zee meer.
[2] En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid voor haar man versierd.
[3] En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn .
[4] En God zal alle tranen van hun ogen, en er zal geen dood meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
[5] En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw.
[6] En Hij zeide tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en Omega, het begin en het einde. Ik zal hem geven die dorst van de fontein van het water des levens om niet.
[7] Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.
[8] Maar de vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel hebben in de poel, die daar brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.
[9] En tot mij kwam een van de zeven engelen die de zeven schalen vol met de laatste zeven plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams.
[10] En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God,
[11] had de heerlijkheid Gods, en haar licht was gelijk een zeer kostbaar gesteente, zelfs als een steen Jaspis, helder als kristal;
[12] En zij had een grote en hoge muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de namen van de twaalf stammen van de kinderen Israëls zijn:
[13] Aan het oosten waren drie poorten, van het noorden drie poorten, van het zuiden drie poorten, van het westen drie poorten.
[14] En de muur der stad had twaalf fundamenten, en daarin de namen van de twaalf apostelen van het Lam.
[15] En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten, en haar muur.
[16] En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als haar breedte: en hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadiën. De lengte en de breedte en de hoogte van het gelijk.
[17] En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, naar de maat van een mens, dat is, van de engel.
[18] En de bouw van de muur was van jasper: en de stad was zuiver goud, zijnde zuiver glas gelijk.
[19] En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelstenen. Het eerste fondament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd;
[20] Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius, het zevende Chrysoliet, het achtste Beryl, het negende Topaas, het tiende Chrysopraas, het elfde Hyacinth, het twaalfde Amethyst.
[21] En de twaalf poorten waren twaalf paarlen, een iedere poort was elk uit een paarl; en de straat der stad was zuiver goud, gelijk doorschijnend glas.
[22] En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere God, de Almachtige en het Lam zijn de tempel van het.
[23] En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars.
[24] En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen van het: en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve.
[25] En de poorten zullen niet gesloten worden des daags; want aldaar zal geen nacht zijn.
[26] En zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen.
[27] En er zal geenszins in hetzelve komen iets, dat verontreinigt, noch wat werkt gruwelijkheid doet, en leugen: maar zij die in het boek des levens van het Lam geschreven zijn.
Rev.22
[1] En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, helder als kristal, voortkomende uit den troon van God en van het Lam.
[2] In het midden van haar straat en aan weerszijden van de rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, en gevende zijne vrucht maand: en de bladeren van de boom waren voor de genezing van de volken.
[3] En er zal geen vloek zijn: maar de troon van God en van het Lam zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen:
[4] En zij zullen zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden.
[5] En er zal geen nacht zijn, en zij hebben geen kaars noch licht der zon, want de Heere God verlicht hen: en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid.
[6] En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig: en de Here God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden zijn knechten, hetgeen haast moet worden gedaan om aan te tonen.
[7] Zie, Ik kom haastiglijk zalig is hij, die de woorden van de profetie van dit boek.
[8] En ik zag deze dingen, en hoorde hen. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen toonde.
[9] Toen zeide Hij tot mij: Zie, dat gij het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en van hen, die de woorden van dit boek bewaren; aanbid God.
[10] En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie van dit boek: de tijd is nabij.
[11] Hij die onrecht doet, dat hij nog onrecht en hij die vuil is, laat hij nog vuil en hij die rechtvaardig is, laat hem rechtvaardig nog: en wie heilig is, laat hij nog steeds heilig zijn.
[12] En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk doe, gelijk zijn werk zal zijn.
[13] Ik ben de Alfa en Omega, het begin en het einde, de eerste en de laatste.
[14] Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat zij aan den boom des levens te doen, en kunnen in te gaan door de poorten naar de stad.
[15] Want zonder zijn honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, liefheeft en doet een leugen.
[16] Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster.
[17] En de Geest en de Bruid zeggen: Kom. En wie het hoort, zegge: Kom. En laat hem die dorst heeft, kome. En wie wil, laat hem het water des levens om niet te nemen.
[18] Want Ik zeg ieder mens getuigen die de woorden van de profetie van dit boek: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn:
[19] En indien iemand afdoet van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven zijn .
[20] Hij die deze dingen getuigt, zegt: ik kom spoedig. Amen. Zelfs zo, kom, Heer Jezus.
A CHIEF JUSTICE SIR ANTHONY MASON "I do understand what the Pope's Apology to Oceania means, I am a High Court Judge." HONG KONG COURT OF FINAL APPEAL CHINA
info@mensa.org.au act@mensa.org.au nsw@mensa.org.au qld@mensa.org.au sa@mensa.org.au tas@mensa.org.au vic@mensa.org.au wa@mensa.org.au King Jonas Version
John 3:16 For God so loved the world, that he gave his only begotten Son, that whosoever believeth in him should not perish, but have everlasting life.
King James Version
Saturday, 21 September 2013
DUTCH support International Council of 13grandmotherscouncil@gmail.com call for a UN WHO Superior Court
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment